Visum aanvraagformulier

 

Frimangronwandeling (1,5 uur)

Rond 1772 woonden er ongeveer 10.000 mensen in Paramaribo, 7.500 slaven en 2500 vrije mensen. Zo'n 300 vrije negers waren opgeleid tot militairen. Officieel heette hun korps "Zwarte Jagers", maar in de volksmond werden ze Redi Moesoe genoemd. In diensttijd kregen ze soldij, kleding en voedsel. Daarnaast kregen ze een stuk grond waar ze planten en vee hielden. Dat deel van de stad kreeg de naam Frimangron. Op een kaart van Marc Michel Rey uit 1772 staat deze wijk aangegeven als "Emplacement pour le Corps des Negres affranchis". De stadsgrens lag bij de Rue de la Crique de la Fabrique de Dram (nu de Drambrandersgracht). Na 1863 verwelkomde Frimangron nieuwe bewoners: de vrijgeworden stadsslaven kregen hier grond. Ze werden stadsslaven genoemd om hen te onderscheiden van de Redi Moesoe militairen die betaald werden om weglopers (Marrons) op te sporen. Het verlengde van de Saramaccastraat heette toen de Rue du March� au Bois. Nu is het de Zwartehovenbrugstraat, de straat van het Zwarte Hof. In het huidige vervallen Ston Oso gebouw was het gerechtshof waarvan de rechters zwarte kleding droegen. De westgrens van de wijk heette destijds Le Chemin de Wanica (nu de Wanicastraat) De zuidgrens was de huidige Limesgracht. Omdat de slavenhouders bang waren voor opstandjes onder de slaven mochten na 20.00 uur alleen nog vrije mensen nog op straat zijn, schreef Jacques Benoit. Frimangron, waar de vrije negers woonden, werd het uitgaanscentrum van Paramaribo.

Start : Tori Oso / Rust en Vredestraat 76 Tori Oso is eigendom van Osje, de zoon van Jacques Lemmer. "Pa Lem" heeft samen met honderden Surinamers, mannen en vrouwen, meegevochten tegen onderdrukking en fascisme in de 2e Wereldoorlog. Ook bij de bevrijding van Nederland in 44-45 hebben Surinamers een belangrijke rol vervuld. Velen zijn daarvoor onderscheiden. Op het erf naast Tori Oso woonde N�n� Daniels, bekend om haar zoete lekkernijen: viadu, keksie en "boyo" (cassave/cocos cake). Aan de overkant, iets naar rechts staan een rijtje (vanaf nr 87) identieke 100 jarige volkswoningen waaronder twee dubbelwoningen op nr 89 en 91. De dakkapellen met halfronde raampjes zijn een erfenis van de Duitse Hernhutter architectuur. Om de hoek in de Hoogestraat (rechts naast nr 68) staat het smalste huis van Paramaribo. Achter de schutting ziet u bamboestokken met vlaggen, overblijfselen van een Hindostaans religieus ritueel. Op het onbebouwde hoekperceel met papayabomen woonde ongeveer 30 jaar geleden Moes, eigenaresse van een warung. Een concurrent verspreidde per mofokoranti het gerucht dat Moes rattenvlees door de bami deed. Half Paramaribo lag die dag te kokhalzen en Moes was failliet. De winkel in bouwmaterialen van de firma Malhoe, voorheen Biswanan op 111 begon als een groenten-en fruitwinkeltje. De eigenaren bouwden niet alleen een zaak op, maar doen ook gemeenschapswerk. In februari 2000 zetten ze nog een advertentie voor gratis papayaplantjes. Gegarandeerd vruchten binnen 1 jaar, schreven ze erbij. Eerder boden de eigenaren al cocosplantjes en ander jong plantgoed aan.

Op nr. 114 woonde de familie Holband. Meester Holband stond met zijn karretje runderbloedworst, bere en fladder op de hoek van de Hoogestraat. Hij was zo bekend dat mensen kilometers liepen om bij meester Holband, "papa Lekker" te kopen. De familie stond reeds om 4 uur 's morgens op om worst te maken. In 1935 kreeg Paramaribo een elektriciteitscentrale. Voor die tijd brandden de straatlantaarns op gas. Op de hoek Rust en Vredestraat / Prinsenstraat verlichtte een gaslantaarn een grote waterput. Bekende gaslampen-aanstekers waren de heren van 't Kruis en Wouters.

Ga rechtsaf, de schuine straat in, de nieuwe Domineestraat Maria, een Hindostaanse, had een bakbawinkri (bacovenwinkeltje) op de hoek tegenover de kruidenierszaak van de chinees Anton. Daarnaast woonde een creoolse familie. Toen Antons vrouw stierf vingen de buren de kinderen op. Zoiets was vroeger vanzelfsprekend; de huidige buurtbewoners spreken weemoedig over de saamhorigheid in het Frimangron uit vervlogen dagen. In deze straat was ook de drogisterij van Opa Robles. Hij verkocht osodresi, de bekende huismiddeltjes, mintwater, didibri-ka (duivelsdrek, azafesida) fenkelwater en castorolie, kortom voor elk kwaaltje een afdoend middel.

Loop door tot de 4-sprong van de Nieuwe Domineestraat, Nepveu-, Beterwonenstraat en de Drambrandersgracht, Glenn Aura, bekend van de Culturu winkel Ren naar Glenn, is begonnen in de loods recht voor u, waar nu een bordje op hangt met 'Coronie Boys voetbalclub'. Frimangron heeft altijd een innige band gehad met Coronie, een ander creoolse enclave. Vandaag de dag worden hier "reli" bijeenkomsten gehouden. Glenn Aura verhuisde met zijn supermarkt met laaggeprijsde huishoudelijke artikelen naar de Anton de Komstraat. De erven aan de Drambrandersgracht, aan de overkant van het slootje, rechts, behoorden ooit aan mevrouw van Engel. Ze reed elke morgen op haar ezelskar naar haar landbouwgrond nu bekend als van Engelbuiten. Op deze plek woont nu mevrouw Engel's achterkleindochter Elfriede Dijksteel met haar echtgenoot Wilgo Baarn. Elfriede is voorzitter van de culturele vereniging NAKS, befaamd om haar volkstoneel over het rijke creoolse leven. Wilgo regisseert de Alakondre Bende, een muziekgroep die de kunst verstaat een Javaanse gamelan en een Hindostaanse tabla harmonieus te laten samen klinken met de krioro, creoolse drum. De Drambrandersgracht was vroeger een brede gracht met brug een slui en een sluiswachter. De gracht liep van de Kernkampweg tot de Surinamerivier. In de 50-er jaren werd hij gedempt om er een 2-baans rijweg aan te legge.Het bleef echter bij een plan.Tijdens een staking onder leiding van de bekende vakbondsleider Louis Doedel zaagden rebellerende stakers de brugplanken gedeeltelijk door opdat hun achtervolgers door de brug zouden zakken. Zover kwam het gelukkig niet. Aan de Drambrandersgracht nr 65d staat een authentieke 60 jaar oude lanti-oso (volkswoning). Het is een eenvoudige houten woning op neutjes met 4 ramen en een deur in het midden. De symmetrische gevelcompositie is typisch Surinaams. Het huis staat met langste gevel evenwijdig aan de straat. Eens woonde hier de aannemer Poeder. Nu wordt het huis bewoond door de indiaanse familie Robbins.

Steek de straat over en loop de Beterwonenstraat in. Dit gebied was in de slaventijd een begraafplaats. Later speelden hier buurtkinderen. Maar hun ouders drukten hen op het hart om voor 12 uur 's middags vooral niet in de buurt van de begraafplaats te zijn. Want twaalf uur was "yorka ten", het uur van de geesten. Geen kind, hoe stout ook, overtrad die regel. Ze maakten zich uit de voeten v��r de 12 uur sirene, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Beterwonenstraat was ge�nstalleerd. Een viertal ambtenaren, Meije (timmerman), Leo Vrede, Naarden (cipier), Gorre (postbeamte) waren de eerste bestuursleden van de zelfbouwvereniging "Beter Wonen", opgericht rond 1950. De bouwvereniging wilde, onder leiding van Vrede, een "betere" woonwijk aanleggen.Er zijn meer dan 20 huizen gebouwd. Ook bekende Surinamers kochten een aandeel van 25 gulden. Onder anderen Spalburg, Sedney, Latour, Alvares en de latere oud-president Kraag sloten zich aan. Bij het huis op nr 7 staat een haag van 'officierkwastjes'. Aan de overkant groeit een mope boom. De huizen nr 11 en 13 zijn nog in originele staat. Bijzonder zijn de bruine en groene kathedraal glas-panelen. In de afrastering van nr 22 ziet u "rode" Inyi Panyi (beerp� bromki). Veel oudere Surinamers willen deze plant niet op hun woonerf omdat de rood vlammende bloemen geesten aan zou trekken. Misschien staan om die reden op begraafplaatsen vaak Inyi Panyi's geplant. Op de rechterhoek staat het huis van Beter-wonen voorzitter Vrede. Zijn erf is aanzienlijk groter dan de andere percelen. Wie dicht bij het vuur zit... �.. Aan de overkant stond de Rust en Vredeschool, later omgedoopt tot Wijdenboschschool. Het gebouw was vervallen en is onlangs gesloopt. De buurt kijkt vol verwachting uit naar de nieuwbouw. Het laatste hoofd van de school was meneer Wijdenbosch, de vader van president Jules Wijdenbosch. Als leerkrachten werkten hier o.a. de vader van NPS premier Jopie Pengel en meester Coleridge. Achter de fr�belschool liggen nog graven van kerkelijke voorgangers, Leri-man.

Rechtsaf de Anton de Komstraat (voorheen Pontewerfstraat ) De Pontewerfstraat liep door tot de Surinamerivier. Daar lag een ponton-werf, de "Barawerfi". Vandaar de naam. Kijk naar de huizen op nr 91 tot 97 en waan u in oude tijden: het straataanzicht van de woningen is hier nog in originele staat. Op nr 84B is een struik dwars door de voordeur gegroeid. De bewoners vinden de groene gast kennelijk geen probleem. Ze zijn vast dol op de geur van jasmijn / melati . De familie Beeldsnijder bezat enkele woonerven aan de Pontewerfstraat. Eentje ervan werd verkocht aan een Chinese familie uit Guyana. Die bouwde een biljartclub, bar restaurant / pension Whitehall, in de volksmond "Grun Faya" (groen licht). Later werd Whitehall gerund door "Madam". Het was een plek waar veel mannen van hun natje, hun droogje en een vrouwtje konden genieten. Ook kwamen er scheepslui uit Nederland, "de Hollandse Jantjes". In de jaren 40 kreeg de zaak de bijnaam Uncle Sam, bedacht door soldaten uit de VS die in Suriname gelegerd waren. Vliegveld Zorg en Hoop was de basis van Blimps (luchtschepen voor de bestrijding van Duitse onderzeeboten). Voor de aanval op Pearl Harbor in 1941 moderniseerden de VS het vliegveld Zanderij en legden een weg aan. Zanderij was de basis van de USAF 99 bombardment Squadron.

Op het kruispunt, linksaf de Nepveustraat in. De straatnaam is, het klinkt vreemd in het Suriname van nu, een eerbetoon aan gouverneur Jan Nepveu (1770-1779), de oprichter van het korps Zwarte Jagers of Redi Moesoe. Het Bronsplein werd vroeger Lanti Dyari genoemd. De West Indian Oil Company (later Fivestar) sloeg hier haar brandstof op in vaten. Er was ook een accijnsburo. De douaneman Soe A Ngie woonde op de hoek. Het Bronsplein was ook een tijdlang de begraafplaats voor kadavers uit het slachthuis. Verder was er een touwslagerij van de paters en Leo Victor sigaren is hier begonnen. Na de oorlog stonden hier maandenlang kermissen en circussen (Coney Island). Het personeel sliep in tenten op het terrein. Grun Faya had hier goede klanten aan. Toch was er steeds genoeg ruimte over om te sporten: voetbal en battembal. Later speelden hier ook meisjes, onder andere Helga Kappel van Uma Soso en wijlen Ismay van Wilgen

Het huis van Soe A Ngie - Haverton (nr 105, op de hoek) is verbouwd: het balkon is later toegevoegd. Oma Haverton was een koto mevrouw met een Chinese echtgenoot, Soe A Ngie. Dat moet iets bijzonders geweest zijn. De Chinese mannen leerden in ieder geval dat vrouwen degelijk meetellen, ook al komen ze in de Chinese cultuur op de tweede plaats. De Chinese heren, die vaak zonder gezin naar Suriname waren gekomen, waren trouwens ook niet cultureel eenkennig. Anders hadden er in deze wijk niet zoveel Creolen gewoond met een Chinese achternaam. Eigenlijk is het aan vrouw Soe A Ngie - Haverton te danken dat het Meester Bronsplein een sportterrein werd: ze pakte de voetballen van de jongens die op straat speelden af en gaf ze niet terug. Ze moet een voorraadje van meer dan 10 stuks gehad hebben! Opa Doelie (Doelwijt) probeerde de ballen nog 'los te praten', maar zonder succes. Mevrouw Soe A Ngie zei kortweg: 'Nee, want die jongens storen". Diezelfde 'Opa Doeli" (Doelwijt), de eerste kinderpolitiebeambte in Suriname, wist de gouverneur over te halen om Lanti Dyari in gebruik te geven als speelveld voor de jeugd. De kinderen speelden er onder leiding van ex militair Mevrouw Karg. Vandaag de dag bewoont meester Mc Donald het hoekhuis. U mag gerust over de schutting kijken. Op zijn erf staan manja-, sterappel-, guyave-, appel-, tamarinde- en broodbomen (ook "man van woord" genoemd), typische beplanting van creoolse woonerven. Meester Mc Donald heeft een kruidentuin aangelegd met sangrafu, zeven geesten, anijswiri en andere geneeskrachtige planten. Als u een afspraak wilt maken leidt hij u graag rond. Zijn Schotse voorzaten waren eigenaar van de plantage Friendship in Coronie. Aan de overkant van de straat ziet u de resten van de eerste Surinaamse automatische autowasserij. Dit was ook de thuisbasis van Sparendam's taxi. De familie reed met de bekende zwarte Chevrolet Impala's Het huis aan de Nepveustraat nr 35 heeft nog een mansardedak en is in originele staat. Eigenaresse Mevrouw Koorndijk woont in het moderne huis ernaast op 37.

Het perceel op nr 43 was eigendom van een Redi Moesoe met de naam Roosdijk. Zijn vrouw, Montjie Twisk, was als jonge slavin naar Sranan gekomen. Antoinette ofwel Nette Harry (71) vertelde: "Die vrouw Montjie heeft mijn grootmoeder grootgebracht. Zodoende ben ik hier. Je snapt wel dat ik deze grond nooit zal verkopen, al krijg ik er nog zoveel geld voor. Van mijn moeder hoorde ik dat er op de hoek Nepveustraat / Gemenelandsweg een Afrikaanse prinses woonde: "Apiaba". Ze was een bonuvrouw, reed rond op een bok en leefde met een bakra. Op een dag lag die man zomaar dood op de grond. Apiaba vond hem toen ze thuis kwam en werd woedend op haar goden want die hadden haar niet verteld dat haar man dood zou gaan. Vanaf die dag heeft ze die goden meer gediend. Wij noemen deze plek nog altijd Apiaba uku"

Steek de Gemenelandsweg over De Chinees op de hoek was getrouwd met een creoolse vrouw. Zijn bijnaam was Hollandse meneer omdat hij bij voorkeur Nederlands sprak met zijn klanten. Langs de rijweg liggen hier brede zandstroken . Vroeger liepen er trenzen, afvoerkanaaltjes. Op nr 53 ziet u een kalebas, granaatappelboom, papaya en koningspalm. Het huis op nr 57 draagt ook nog het originele wijk- en huisnr F376 en heeft een mansarde - zadeldak. Het netjes aangeharkte terrein achter de woningen op nr 59 en 61 is een oase van rust. Het is een traditioneel woonerf met 4 huisjes, een erfkraan en achterop nog de fundamenten van de vroegere 'plee'. Verder zijn er nog een kalebas, manjabomen, een katoenstruik, een birambi, een kers en een zusterdruif. Als u het even vraagt vinden de bewoners het prima dat u het erf komt bekijken. Op nr 67 is nog de oude electriciteits-aansluiting te zien uit 1935, met de authentieke isolatie kapjes van porselein. Ook op de nrs 71 en 73 ziet u het straatbeeld zoals het een mensenleven geleden geweest moet zijn.

Ga linksaf, de Limesgracht op. Dit was de wijkgrens. De Frimangron buurt lag verscholen achter een gracht en een hoge aarden wal. Inmiddels is de gracht gedempt. Loop door naar het Huboga gebouw. Op "het Zoldertje" richtte David Findlay sr, ooit eigenaar redacteur van het avondblad De West, de SDP op, de Surinaamse Democratische Partij. Vroeger stond er op het erf een reusachtige kankantri boom waar 's middags aasgieren kwamen rusten. Veel buurtbewoners kenden de boom magische krachten toe; ze respecteerden de boomgeesten. Tot ontzetting van de buurtbewoners liet David de kankantri omhakken om er een partijgebouw te bouwen. Hel en verdoemenis zouden zijn deel worden, maar David won de verkiezingen. Op langere termijn hebben de buurtbewoners misschien toch een beetje gelijk gekregen.De partij bestaat niet meer. Het gebouw huisvest nu een loge.

Steek de Rust en Vredestraat over Vervolg uw wandeling over de Limesgracht. Achter het awarrabosje aan de rechterkant was vroeger een woongemeenschap van ex Hansen pati�nten (Kokobe). Links ligt het klassieke woonerf van de familie Alwart met kokosboom, manja, birambi, pommerak en papaya. Op de kruising met de Hofstraat aan de overkant, had de fam. Pengel twee percelen: nr 55 en 57. Hier stond de wieg van Jopie Pengel, de eerste volksjongen die het schopte tot premier. Zijn bekendste verkiezingsslogan was: "Wees gerust, alles komt terecht".

Sla linksaf de Hofstraat in. Ooit stond op nr 120 een groot gebouw. Hier woonde vrouw Tempel, Ma "Peetje". Ze was een echte krioromama (in de slaventijd de naam van de "crecheleidster" van kinderen van slaven). Ma Peetje nam heel wat kinderen in huis, onder wie Raghoebar en Vianen. Op het erf staan een knippa- en een manjaboom, een olijfboom siert de voetgangersstrook. In het huis aan de overkant, op nr 109, woonde de gaslantaarnaansteker, de heer Van het Kruis. Als u de bovenramen in de linker- en rechtergevel optelt, weet u hoeveel kinderen hij had, ze hadden allen een eigen slaapkamer. Oudere buurtbewoners herinneren zich dat het erf bij nr 105 vol stond met zwaarbeladen vruchtbomen. Niemand durfde er iets van te plukken want de eigenaar, die achter op het erf woonde, zou een Bonuman zijn. Pas toen stoutmoedige voetballers van de Pontewerfstraat, na een wedstrijd tegen de Hofstraat, zich aan het fruit te goed hadden gedaan, durfden ook andere vruchtenliefhebbers toe te tasten. Hen overkwam niets. Op nr 110 woont de heer "Che" Leeflang, onze gids. Hij en Erwin Tsai Meu Chong waren een belangrijke bron voor de verhalen die u tijdens deze wandeling leest. Het gezin Leeflang telde 14 kinderen.

Loop door naar de Gemenelandsweg en sla rechtsaf De grond voor het Espee gebouw was in de slaventijd een centraal ontmoetingspunt. Men kwam hier om water te halen uit de enorme waterput, minstens 100 m2 groot. Naast Rijschool Rigters had baas Wheel vroeger zijn gerenommeerde wagenmakerij. Hij leverde koetsen en karren. Zijn buurman Reiziger, op nr 41, bij de stenen muur begroeid met bougainville en kotomisi bloemetjes verdiende ook zijn brood met vervoermiddelen, maar dan over water. Reiziger was botenbouwer en leverde ook wedstrijdboten. Op Gemenelandsweg nr 30 (hoek Waaldijkstraat) zat Maggie's Ons Belang. Toen stonden er een betonnen bunker (schuilplaats in geval van bombardementen) en een hospitaal voor eerste hulp aan oorlogsslachtoffers. Gelukkig is Suriname nooit aangevallen, dus het hospitaal bleef ongebruikt. Buurtbewoners herinneren zich de angstaanjagende alarmoefeningen overdag, met loeiende sirenes, en de black-out 's avonds: er mocht in de buurt geen lichtje te zien zijn. In de oorlogstijd liepen er loopgraven midden over de Waaldijkstraat. Dit was 'militair gebied'. De Waaldijkstraat heette vroeger de Grote Dwarsstraat. Op nr 98 zetelt loge United Order Lotus Loge 11634. De onderstam van de maripapalm op het erf is begroeid met varens, mossen, epifyten en zelfs cactussen In de buurt vestigden zich veel vrije ambachtslieden en kleine zelfstandigen. De vaklui waren georganiseerd in gildes die zich naar Frans voorbeeld tooiden met de deftige naam Loges.

Op de hoek Waaldijkstraat en Anton de Komstraat had de chinees Moe Soe Let een busdienst met Coronie. Een omgebouwde truck bracht de passagiers naar Carl Fran�ois in district Saramacca. Daar moesten de reizigers per boot oversteken naar Jenny, waar de bus richting Tottness, vertrok. Het alternatief was een bootreis over zee per 'Bato', een combinatie van motor- en zeilschip. Steek de straat over en bezoek, als u dorst hebt, de Anton de Kom bar. In deze buurtkroeg is het eeuwig Kerst.

Crypto-taal in Frimangron. Buurtgenoten hadden een eigen omgangstaal, "het Coropina". Deze taal bestond uit woorden uit het engels, nederlands en sranantongo die achterstevoren uitgesproken werden, waarbij ook nog eens de lettergrepen door elkaar gehusseld werden en klinkers verwisseld. Een buitenstaander begreep niets van zo'n gesprek vol indiaans aandoende keelklanken. Nog steeds zijn er buurtbewoners (de meesten 40+) die deze taal spreken. Hun leraar was Edmund Jacott, alias "Ramirez" Andere varianten van deze geheimtaal-rage waren kawanamlaat (wakaman-taal) en de p-taal. Op de hoek van de Hofstraat staat het Anton de Komhuis geduldig te protesteren tegen de verwaarlozing. Alleen het gedenkteken glimlacht nog. De families Dulder en Leeflang waren de directe buren van Anton de Kom. Op het erf werd druk vergaderd. Ook is het de geboorteplaats van de basketbalvereniging Rialto. De hoekpercelen aan de overkant van De Kom zijn eigendom van "Loiri" (Luiaard). Zijn activiteiten als pandhuishouder legden hem kennelijk geen windeieren: hij werd groot-grondbezitter. Ramirez, de Frimangron taalspecialist, woonde op het erf van nr 55. Nu is daar een steenbedrijfje. Op nr 65 ligt tussen de ru�nes een prachtige moestuin. Achterop het erf woonden vroeger Javaanse dames van plezier. Het terrein bij het huis met nr 73 deed vroeger dienst als voetbalerf. Op deze 'Langa Yari' speelden verenigingen als "Wilde Tijger" en "Budweiser". De bewoners van nr 78 verkopen warme vis op hun 'Kapoela Yari'. Met vlijt verzekerden meer bewoners zich van een extraatje. Op nr 82, in het houten hoekhuis, had de familie Tsai Meu Chong, vader en moeder en 8 kinderen, een fabriekje waar ze cacao-tabletten maakten met bayrum-blad. De distributie gebeurde nog per ezelkar. Ondertussen timmerde haar man doodkisten, 5 in totaal. Eentje voor hem, een voor zijn vrouw, en voor andere gegadigden. Nog steeds staat er binnen eentje in voorraad.

Ga rechtsaf de Rust en Vredestraat in. In de sjieke Franse tijd was dit de Rue de la Repos et de la Paix. Voor 119C is een bushalte, een van de weinige die nog over is. De houten Bruynzeel woning op nr 129 werd rond 1970 verkocht voor ongeveer 7000 SF. In dit stukje van de straat staan, her en der verspreid, ook een aantal Lanti Oso, volkswoningen. Deze houten huisjes van 6 x 5 meter zijn te herkennen aan het nr 126 met een letter erachter. Op de hoek van de Drambrandersgracht, in de woning met nr 126, woont de heer Gorre, bestuurslid van de voormalige zelfbouwvereniging Beterwonen. Het erf is schaduwrijk dankzij de vele bomen: knippa, franchepane, sterappel, manja en kalebas. Naast het huisje staat nog altijd de erfkraan. Bij de geelgeverfde leuningen van de Drambranders-grachtbrug geven de kikkers van Frimangron hun hoog gewaardeerde concerten in de natte regentijd. Loop de Rust en Vredestraat verder uit, tegen de rijrichting in, en blaas rustig even uit op het terras van Osje's Tori Oso.

Wandeling en Foto-tentoonstelling Frimangron 2000 werden mogelijk gemaakt door De Initiatiefgroep Paramaribo-Amsterdam: Lucien Lafour, Lafour en Wijk Architekten, de Stedelijke Woningdienst Amsterdam bureau PA, en de Amsterdamse woningbouwverenigingen Het Oosten en de Algemene Woningbouw Vereniging, en de Stichting Sekrepatu i.o. te Paramaribo.

Tot slot Deze wandeling geeft een impressie van een bijzondere buurt met een kleurrijk verleden. Lang niet alle informatie kreeg een plaats in de route-beschrijving. In de stroom van verhalen die buurtbewoners smakelijk wisten te vertellen figureerden ook nog figuren als: 'Lewplew' die broden verkocht voor 1 cent; De straatventer met de bijnaam 'Krakeling' die klanten lokte met zijn doordringende roep: kraaaakeling - tingelingeling; 'Boeboe bit Sjorie; 'Batra Joesoe', de flessen opkoper; 'Doeng Doeng' (kreupel geraakt door boeien in het gevang); 'Soro-Nico', een misdadiger die later bij de plattebrug woonde; 'Scaret, the fastest Gun ever' die op een boeriki wagi (ezelkar) reed en steevast een zwarte hoed droeg; 'KoKoGo', de kreupele; 'Soutoe bawbaw'; de zwerfster 'Miss Koosje'; 'Errykerry', de kippendief. Bekende muzikanten en zangers uit Frimangron zijn Lieve Hugo, Budel, Baas Adriaan, Toppin, Collin, Rodriques en de politiemusicus Emiel Haafwee. Taalkunstenaars waren toriman Harold Braam en de dichter 'Goedoe Goedoe Thijm' .

In bovenstaande vaak nostalgische verhalen komt de buurt weer tot leven. Samen vormen ze niet alleen de geschiedenis van een wijk, maar geven ze ook een beeld van de Surinaamse samenleving uit vroegere tijden. Voor zover ik weet zijn deze persoonlijke getuigenissen en mondelinge overgeleverde tories nooit eerder opgeschreven. Het is zonde als ze voorgoed verloren zouden gaan. Het ene verhaal brengt vaak het andere mee, zo merkte ik de afgelopen tijd. Daarom sluit ik deze wandeling af met een oproep. Hebt u nog meer informatie, verhalen en anekdotes, over Frimangron stuur die dan s.v.p. per e-mail op naar: [email protected] of stuur uw brief /casettebandje naar de SLM afd PR. aan de Coppenamestraat 136 tav Gerda Tjien Fooh.

Alvast bedankt.

Gran tangi aan de bewoners van Frimangron, in het bijzonder : Che Leeflang en Erwin Tsai Meu Chong, de hoeders van de geschiedenis van Frimangron; de Paramaribo club van HB.Wijsman; Antoinette Harry en mevrouw Soe A Ngie Jerry A-Kum, Darwin en Alice, Plu, Willy, Ank en Monica en aan de vrijwilligers die nauwgezet de verhalen optekenden. Gerda Tjien Fooh, Anette Bruggeman en Hanny vd Lande

Dank aan: Hatramij (Kodak), Prolasco (Fuji), Surtrin NV, Mets Residence Hotel, SLM / Surinam Airways, Tori Oso.

De Foto's bij deze wandeling zijn gemaakt door de buurtbewoners van Frimangron: Fabion Siegfried Brondenstein Henry Carbi�re Falls Joan Ching Yong Farida Hasrat Palmera Holland Roy Karsodikromo Cynthia de Vries

Informatieverzameling en tekst: Roy Tjin. Redactie: Els Schellekens �Roy Tjin / Paramaribo, 27 februari 2000. info/reacties : [email protected]