Frimangronwandeling (1,5 uur)
Rond
1772 woonden er ongeveer 10.000 mensen in Paramaribo, 7.500 slaven
en 2500 vrije mensen. Zo'n 300 vrije negers waren opgeleid tot
militairen. Officieel heette hun korps "Zwarte Jagers", maar in
de volksmond werden ze Redi Moesoe genoemd. In diensttijd kregen
ze soldij, kleding en voedsel. Daarnaast kregen ze een stuk grond
waar ze planten en vee hielden. Dat deel van de stad kreeg de
naam Frimangron. Op een kaart van Marc Michel Rey uit 1772 staat
deze wijk aangegeven als "Emplacement pour le Corps des Negres
affranchis". De stadsgrens lag bij de Rue de la Crique de la Fabrique
de Dram (nu de Drambrandersgracht). Na 1863 verwelkomde Frimangron
nieuwe bewoners: de vrijgeworden stadsslaven kregen hier grond.
Ze werden stadsslaven genoemd om hen te onderscheiden van de Redi
Moesoe militairen die betaald werden om weglopers (Marrons) op
te sporen. Het verlengde van de Saramaccastraat heette toen de
Rue du March� au Bois. Nu is het de Zwartehovenbrugstraat, de
straat van het Zwarte Hof. In het huidige vervallen Ston Oso gebouw
was het gerechtshof waarvan de rechters zwarte kleding droegen.
De westgrens van de wijk heette destijds Le Chemin de Wanica (nu
de Wanicastraat) De zuidgrens was de huidige Limesgracht. Omdat
de slavenhouders bang waren voor opstandjes onder de slaven mochten
na 20.00 uur alleen nog vrije mensen nog op straat zijn, schreef
Jacques Benoit. Frimangron, waar de vrije negers woonden, werd
het uitgaanscentrum van Paramaribo.
Start
: Tori Oso / Rust en Vredestraat 76 Tori Oso is eigendom van Osje,
de zoon van Jacques Lemmer. "Pa
Lem" heeft samen met honderden
Surinamers, mannen en vrouwen, meegevochten tegen onderdrukking
en fascisme in de 2e Wereldoorlog. Ook bij de bevrijding van Nederland
in 44-45 hebben Surinamers een belangrijke rol vervuld. Velen
zijn daarvoor onderscheiden. Op het erf naast Tori Oso woonde
N�n� Daniels, bekend om haar zoete lekkernijen: viadu, keksie
en "boyo" (cassave/cocos cake). Aan de overkant, iets naar rechts
staan een rijtje (vanaf nr 87) identieke 100 jarige volkswoningen
waaronder twee dubbelwoningen op nr 89 en 91. De dakkapellen met
halfronde raampjes zijn een erfenis van de Duitse Hernhutter architectuur.
Om de hoek in de Hoogestraat (rechts naast nr 68) staat het smalste
huis van Paramaribo. Achter de schutting ziet u bamboestokken
met vlaggen, overblijfselen van een Hindostaans religieus ritueel.
Op het onbebouwde hoekperceel met papayabomen woonde ongeveer
30 jaar geleden Moes, eigenaresse van een warung. Een concurrent
verspreidde per mofokoranti het gerucht dat Moes rattenvlees door
de bami deed. Half Paramaribo lag die dag te kokhalzen en Moes
was failliet. De winkel in bouwmaterialen van de firma Malhoe,
voorheen Biswanan op 111 begon als een groenten-en fruitwinkeltje.
De eigenaren bouwden niet alleen een zaak op, maar doen ook gemeenschapswerk.
In februari 2000 zetten ze nog een advertentie voor gratis papayaplantjes.
Gegarandeerd vruchten binnen 1 jaar, schreven ze erbij. Eerder
boden de eigenaren al cocosplantjes en ander jong plantgoed aan.
Op
nr. 114 woonde de familie Holband. Meester Holband stond met zijn
karretje runderbloedworst, bere en fladder op de hoek van de Hoogestraat.
Hij was zo bekend dat mensen kilometers liepen om bij meester
Holband, "papa Lekker" te kopen. De familie stond reeds om 4 uur
's morgens op om worst te maken. In 1935 kreeg Paramaribo een
elektriciteitscentrale. Voor die tijd brandden de straatlantaarns
op gas. Op de hoek Rust en Vredestraat / Prinsenstraat verlichtte
een gaslantaarn een grote waterput. Bekende gaslampen-aanstekers
waren de heren van 't Kruis en Wouters.
Ga
rechtsaf, de schuine straat in, de nieuwe Domineestraat Maria,
een Hindostaanse, had een bakbawinkri (bacovenwinkeltje) op de
hoek tegenover de kruidenierszaak van de chinees Anton. Daarnaast
woonde een creoolse familie. Toen Antons vrouw stierf vingen de
buren de kinderen op. Zoiets was vroeger vanzelfsprekend; de huidige
buurtbewoners spreken weemoedig over de saamhorigheid in het Frimangron
uit vervlogen dagen. In deze straat was ook de drogisterij van
Opa Robles. Hij verkocht osodresi, de bekende huismiddeltjes,
mintwater, didibri-ka (duivelsdrek, azafesida) fenkelwater en
castorolie, kortom voor elk kwaaltje een afdoend middel.
Loop
door tot de 4-sprong van de Nieuwe Domineestraat, Nepveu-, Beterwonenstraat
en de Drambrandersgracht, Glenn Aura, bekend van de Culturu winkel
Ren naar Glenn, is begonnen in de loods recht voor u, waar nu
een bordje op hangt met 'Coronie Boys voetbalclub'. Frimangron
heeft altijd een innige band gehad met Coronie, een ander creoolse
enclave. Vandaag de dag worden hier "reli" bijeenkomsten gehouden.
Glenn Aura verhuisde met zijn supermarkt met laaggeprijsde huishoudelijke
artikelen naar de Anton de Komstraat. De erven aan de Drambrandersgracht,
aan de overkant van het slootje, rechts, behoorden ooit aan mevrouw
van Engel. Ze reed elke morgen op haar ezelskar naar haar landbouwgrond
nu bekend als van Engelbuiten. Op deze plek woont nu mevrouw Engel's
achterkleindochter Elfriede Dijksteel met haar echtgenoot Wilgo
Baarn. Elfriede is voorzitter van de culturele vereniging NAKS,
befaamd om haar volkstoneel over het rijke creoolse leven. Wilgo
regisseert de Alakondre Bende, een muziekgroep die de kunst verstaat
een Javaanse gamelan en een Hindostaanse tabla harmonieus te laten
samen klinken met de krioro, creoolse drum. De Drambrandersgracht
was vroeger een brede gracht met brug een slui en een sluiswachter.
De gracht liep van de Kernkampweg tot de Surinamerivier. In de
50-er jaren werd hij gedempt om er een 2-baans rijweg aan te legge.Het
bleef echter bij een plan.Tijdens een staking onder leiding van
de bekende vakbondsleider Louis Doedel zaagden rebellerende stakers
de brugplanken gedeeltelijk door opdat hun achtervolgers door
de brug zouden zakken. Zover kwam het gelukkig niet. Aan de Drambrandersgracht
nr 65d staat een authentieke 60 jaar oude lanti-oso (volkswoning).
Het is een eenvoudige houten woning op neutjes met 4 ramen en
een deur in het midden. De symmetrische gevelcompositie is typisch
Surinaams. Het huis staat met langste gevel evenwijdig aan de
straat. Eens woonde hier de aannemer Poeder. Nu wordt het huis
bewoond door de indiaanse familie Robbins.
Steek
de straat over en loop de Beterwonenstraat in. Dit gebied was
in de slaventijd een begraafplaats. Later speelden hier buurtkinderen.
Maar hun ouders drukten hen op het hart om voor 12 uur 's middags
vooral niet in de buurt van de begraafplaats te zijn. Want twaalf
uur was "yorka ten", het uur van de geesten. Geen kind, hoe stout
ook, overtrad die regel. Ze maakten zich uit de voeten v��r de
12 uur sirene, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Beterwonenstraat
was ge�nstalleerd. Een viertal ambtenaren, Meije (timmerman),
Leo Vrede, Naarden (cipier), Gorre (postbeamte) waren de eerste
bestuursleden van de zelfbouwvereniging "Beter Wonen", opgericht
rond 1950. De bouwvereniging wilde, onder leiding van Vrede, een
"betere" woonwijk aanleggen.Er zijn meer dan 20 huizen gebouwd.
Ook bekende Surinamers kochten een aandeel van 25 gulden. Onder
anderen Spalburg, Sedney, Latour, Alvares en de latere oud-president
Kraag sloten zich aan. Bij het huis op nr 7 staat een haag van
'officierkwastjes'. Aan de overkant groeit een mope boom. De huizen
nr 11 en 13 zijn nog in originele staat. Bijzonder zijn de bruine
en groene kathedraal glas-panelen. In de afrastering van nr 22
ziet u "rode" Inyi Panyi (beerp� bromki). Veel oudere Surinamers
willen deze plant niet op hun woonerf omdat de rood vlammende
bloemen geesten aan zou trekken. Misschien staan om die reden
op begraafplaatsen vaak Inyi Panyi's geplant. Op de rechterhoek
staat het huis van Beter-wonen voorzitter Vrede. Zijn erf is aanzienlijk
groter dan de andere percelen. Wie dicht bij het vuur zit... �..
Aan de overkant stond de Rust en Vredeschool, later omgedoopt
tot Wijdenboschschool. Het gebouw was vervallen en is onlangs
gesloopt. De buurt kijkt vol verwachting uit naar de nieuwbouw.
Het laatste hoofd van de school was meneer Wijdenbosch, de vader
van president Jules Wijdenbosch. Als leerkrachten werkten hier
o.a. de vader van NPS premier Jopie Pengel en meester Coleridge.
Achter de fr�belschool liggen nog graven van kerkelijke voorgangers,
Leri-man.
Rechtsaf
de Anton de Komstraat (voorheen Pontewerfstraat ) De Pontewerfstraat
liep door tot de Surinamerivier. Daar lag een ponton-werf, de
"Barawerfi". Vandaar de naam. Kijk naar de huizen op nr 91 tot
97 en waan u in oude tijden: het straataanzicht van de woningen
is hier nog in originele staat. Op nr 84B is een struik dwars
door de voordeur gegroeid. De bewoners vinden de groene gast kennelijk
geen probleem. Ze zijn vast dol op de geur van jasmijn / melati
. De familie Beeldsnijder bezat enkele woonerven aan de Pontewerfstraat.
Eentje ervan werd verkocht aan een Chinese familie uit Guyana.
Die bouwde een biljartclub, bar restaurant / pension Whitehall,
in de volksmond "Grun Faya" (groen licht). Later werd Whitehall
gerund door "Madam". Het was een plek waar veel mannen van hun
natje, hun droogje en een vrouwtje konden genieten. Ook kwamen
er scheepslui uit Nederland, "de Hollandse Jantjes". In de jaren
40 kreeg de zaak de bijnaam Uncle Sam, bedacht door soldaten uit
de VS die in Suriname gelegerd waren. Vliegveld Zorg en Hoop was
de basis van Blimps (luchtschepen voor de bestrijding van Duitse
onderzeeboten). Voor de aanval op Pearl Harbor in 1941 moderniseerden
de VS het vliegveld Zanderij en legden een weg aan. Zanderij was
de basis van de USAF 99 bombardment Squadron.
Op
het kruispunt, linksaf de Nepveustraat in. De straatnaam is, het
klinkt vreemd in het Suriname van nu, een eerbetoon aan gouverneur
Jan Nepveu (1770-1779), de oprichter van het korps Zwarte Jagers
of Redi Moesoe. Het Bronsplein werd vroeger Lanti Dyari genoemd.
De West Indian Oil Company (later Fivestar) sloeg hier haar brandstof
op in vaten. Er was ook een accijnsburo. De douaneman Soe A Ngie
woonde op de hoek. Het Bronsplein was ook een tijdlang de begraafplaats
voor kadavers uit het slachthuis. Verder was er een touwslagerij
van de paters en Leo Victor sigaren is hier begonnen. Na de oorlog
stonden hier maandenlang kermissen en circussen (Coney Island).
Het personeel sliep in tenten op het terrein. Grun Faya had hier
goede klanten aan. Toch was er steeds genoeg ruimte over om te
sporten: voetbal en battembal. Later speelden hier ook meisjes,
onder andere Helga Kappel van Uma Soso en wijlen Ismay van Wilgen
Het
huis van Soe A Ngie - Haverton (nr 105, op de hoek) is verbouwd:
het balkon is later toegevoegd. Oma Haverton was een koto mevrouw
met een Chinese echtgenoot, Soe A Ngie. Dat moet iets bijzonders
geweest zijn. De Chinese mannen leerden in ieder geval dat vrouwen
degelijk meetellen, ook al komen ze in de Chinese cultuur op de
tweede plaats. De Chinese heren, die vaak zonder gezin naar Suriname
waren gekomen, waren trouwens ook niet cultureel eenkennig. Anders
hadden er in deze wijk niet zoveel Creolen gewoond met een Chinese
achternaam. Eigenlijk is het aan vrouw Soe A Ngie - Haverton te
danken dat het Meester Bronsplein een sportterrein werd: ze pakte
de voetballen van de jongens die op straat speelden af en gaf
ze niet terug. Ze moet een voorraadje van meer dan 10 stuks gehad
hebben! Opa Doelie (Doelwijt) probeerde de ballen nog 'los te
praten', maar zonder succes. Mevrouw Soe A Ngie zei kortweg: 'Nee,
want die jongens storen". Diezelfde 'Opa Doeli" (Doelwijt), de
eerste kinderpolitiebeambte in Suriname, wist de gouverneur over
te halen om Lanti Dyari in gebruik te geven als speelveld voor
de jeugd. De kinderen speelden er onder leiding van ex militair
Mevrouw Karg. Vandaag de dag bewoont meester Mc Donald het hoekhuis.
U mag gerust over de schutting kijken. Op zijn erf staan manja-,
sterappel-, guyave-, appel-, tamarinde- en broodbomen (ook "man
van woord" genoemd), typische beplanting van creoolse woonerven.
Meester Mc Donald heeft een kruidentuin aangelegd met sangrafu,
zeven geesten, anijswiri en andere geneeskrachtige planten. Als
u een afspraak wilt maken leidt hij u graag rond. Zijn Schotse
voorzaten waren eigenaar van de plantage Friendship in Coronie.
Aan de overkant van de straat ziet u de resten van de eerste Surinaamse
automatische autowasserij. Dit was ook de thuisbasis van Sparendam's
taxi. De familie reed met de bekende zwarte Chevrolet Impala's
Het huis aan de Nepveustraat nr 35 heeft nog een mansardedak en
is in originele staat. Eigenaresse Mevrouw Koorndijk woont in
het moderne huis ernaast op 37.
Het
perceel op nr 43 was eigendom van een Redi Moesoe met de naam
Roosdijk. Zijn vrouw, Montjie Twisk, was als jonge slavin naar
Sranan gekomen. Antoinette ofwel Nette Harry (71) vertelde: "Die
vrouw Montjie heeft mijn grootmoeder grootgebracht. Zodoende ben
ik hier. Je snapt wel dat ik deze grond nooit zal verkopen, al
krijg ik er nog zoveel geld voor. Van mijn moeder hoorde ik dat
er op de hoek Nepveustraat / Gemenelandsweg een Afrikaanse prinses
woonde: "Apiaba". Ze was een bonuvrouw, reed rond op een bok en
leefde met een bakra. Op een dag lag die man zomaar dood op de
grond. Apiaba vond hem toen ze thuis kwam en werd woedend op haar
goden want die hadden haar niet verteld dat haar man dood zou
gaan. Vanaf die dag heeft ze die goden meer gediend. Wij noemen
deze plek nog altijd Apiaba uku"
Steek
de Gemenelandsweg over De Chinees op de hoek was getrouwd met
een creoolse vrouw. Zijn bijnaam was Hollandse meneer omdat hij
bij voorkeur Nederlands sprak met zijn klanten. Langs de rijweg
liggen hier brede zandstroken . Vroeger liepen er trenzen, afvoerkanaaltjes.
Op nr 53 ziet u een kalebas, granaatappelboom, papaya en koningspalm.
Het huis op nr 57 draagt ook nog het originele wijk- en huisnr
F376 en heeft een mansarde - zadeldak. Het netjes aangeharkte
terrein achter de woningen op nr 59 en 61 is een oase van rust.
Het is een traditioneel woonerf met 4 huisjes, een erfkraan en
achterop nog de fundamenten van de vroegere 'plee'. Verder zijn
er nog een kalebas, manjabomen, een katoenstruik, een birambi,
een kers en een zusterdruif. Als u het even vraagt vinden de bewoners
het prima dat u het erf komt bekijken. Op nr 67 is nog de oude
electriciteits-aansluiting te zien uit 1935, met de authentieke
isolatie kapjes van porselein. Ook op de nrs 71 en 73 ziet u het
straatbeeld zoals het een mensenleven geleden geweest moet zijn.
Ga
linksaf, de Limesgracht op. Dit was de wijkgrens. De Frimangron
buurt lag verscholen achter een gracht en een hoge aarden wal.
Inmiddels is de gracht gedempt. Loop door naar het Huboga gebouw.
Op "het Zoldertje" richtte David Findlay sr, ooit eigenaar redacteur
van het avondblad De West, de SDP op, de Surinaamse Democratische
Partij. Vroeger stond er op het erf een reusachtige kankantri
boom waar 's middags aasgieren kwamen rusten. Veel buurtbewoners
kenden de boom magische krachten toe; ze respecteerden de boomgeesten.
Tot ontzetting van de buurtbewoners liet David de kankantri omhakken
om er een partijgebouw te bouwen. Hel en verdoemenis zouden zijn
deel worden, maar David won de verkiezingen. Op langere termijn
hebben de buurtbewoners misschien toch een beetje gelijk gekregen.De
partij bestaat niet meer. Het gebouw huisvest nu een loge.
Steek
de Rust en Vredestraat over Vervolg uw wandeling over de Limesgracht.
Achter het awarrabosje aan de rechterkant was vroeger een woongemeenschap
van ex Hansen pati�nten (Kokobe). Links ligt het klassieke woonerf
van de familie Alwart met kokosboom, manja, birambi, pommerak
en papaya. Op de kruising met de Hofstraat aan de overkant, had
de fam. Pengel twee percelen: nr 55 en 57. Hier stond de wieg
van Jopie Pengel, de eerste volksjongen die het schopte tot premier.
Zijn bekendste verkiezingsslogan was: "Wees gerust, alles komt
terecht".
Sla
linksaf de Hofstraat in. Ooit stond op nr 120 een groot gebouw.
Hier woonde vrouw Tempel, Ma "Peetje". Ze was een echte krioromama
(in de slaventijd de naam van de "crecheleidster" van kinderen
van slaven). Ma Peetje nam heel wat kinderen in huis, onder wie
Raghoebar en Vianen. Op het erf staan een knippa- en een manjaboom,
een olijfboom siert de voetgangersstrook. In het huis aan de overkant,
op nr 109, woonde de gaslantaarnaansteker, de heer Van het Kruis.
Als u de bovenramen in de linker- en rechtergevel optelt, weet
u hoeveel kinderen hij had, ze hadden allen een eigen slaapkamer.
Oudere buurtbewoners herinneren zich dat het erf bij nr 105 vol
stond met zwaarbeladen vruchtbomen. Niemand durfde er iets van
te plukken want de eigenaar, die achter op het erf woonde, zou
een Bonuman zijn. Pas toen stoutmoedige voetballers van de Pontewerfstraat,
na een wedstrijd tegen de Hofstraat, zich aan het fruit te goed
hadden gedaan, durfden ook andere vruchtenliefhebbers toe te tasten.
Hen overkwam niets. Op nr 110 woont de heer "Che" Leeflang, onze
gids. Hij en Erwin Tsai Meu Chong waren een belangrijke bron voor
de verhalen die u tijdens deze wandeling leest. Het gezin Leeflang
telde 14 kinderen.
Loop
door naar de Gemenelandsweg en sla rechtsaf De grond voor het
Espee gebouw was in de slaventijd een centraal ontmoetingspunt.
Men kwam hier om water te halen uit de enorme waterput, minstens
100 m2 groot. Naast Rijschool Rigters had baas Wheel vroeger zijn
gerenommeerde wagenmakerij. Hij leverde koetsen en karren. Zijn
buurman Reiziger, op nr 41, bij de stenen muur begroeid met bougainville
en kotomisi bloemetjes verdiende ook zijn brood met vervoermiddelen,
maar dan over water. Reiziger was botenbouwer en leverde ook wedstrijdboten.
Op Gemenelandsweg nr 30 (hoek Waaldijkstraat) zat Maggie's Ons
Belang. Toen stonden er een betonnen bunker (schuilplaats in geval
van bombardementen) en een hospitaal voor eerste hulp aan oorlogsslachtoffers.
Gelukkig is Suriname nooit aangevallen, dus het hospitaal bleef
ongebruikt. Buurtbewoners herinneren zich de angstaanjagende alarmoefeningen
overdag, met loeiende sirenes, en de black-out 's avonds: er mocht
in de buurt geen lichtje te zien zijn. In de oorlogstijd liepen
er loopgraven midden over de Waaldijkstraat. Dit was 'militair
gebied'. De Waaldijkstraat heette vroeger de Grote Dwarsstraat.
Op nr 98 zetelt loge United Order Lotus Loge 11634. De onderstam
van de maripapalm op het erf is begroeid met varens, mossen, epifyten
en zelfs cactussen In de buurt vestigden zich veel vrije ambachtslieden
en kleine zelfstandigen. De vaklui waren georganiseerd in gildes
die zich naar Frans voorbeeld tooiden met de deftige naam Loges.
Op
de hoek Waaldijkstraat en Anton de Komstraat had de chinees Moe
Soe Let een busdienst met Coronie. Een omgebouwde truck bracht
de passagiers naar Carl Fran�ois in district Saramacca. Daar moesten
de reizigers per boot oversteken naar Jenny, waar de bus richting
Tottness, vertrok. Het alternatief was een bootreis over zee per
'Bato', een combinatie van motor- en zeilschip. Steek de straat
over en bezoek, als u dorst hebt, de Anton de Kom bar. In deze
buurtkroeg is het eeuwig Kerst.
Crypto-taal
in Frimangron. Buurtgenoten hadden een eigen omgangstaal, "het
Coropina". Deze taal bestond uit woorden uit het engels, nederlands
en sranantongo die achterstevoren uitgesproken werden, waarbij
ook nog eens de lettergrepen door elkaar gehusseld werden en klinkers
verwisseld. Een buitenstaander begreep niets van zo'n gesprek
vol indiaans aandoende keelklanken. Nog steeds zijn er buurtbewoners
(de meesten 40+) die deze taal spreken. Hun leraar was Edmund
Jacott, alias "Ramirez" Andere varianten van deze geheimtaal-rage
waren kawanamlaat (wakaman-taal) en de p-taal. Op de hoek van
de Hofstraat staat het Anton de Komhuis geduldig te protesteren
tegen de verwaarlozing. Alleen het gedenkteken glimlacht nog.
De families Dulder en Leeflang waren de directe buren van Anton
de Kom. Op het erf werd druk vergaderd. Ook is het de geboorteplaats
van de basketbalvereniging Rialto. De hoekpercelen aan de overkant
van De Kom zijn eigendom van "Loiri" (Luiaard). Zijn activiteiten
als pandhuishouder legden hem kennelijk geen windeieren: hij werd
groot-grondbezitter. Ramirez, de Frimangron taalspecialist, woonde
op het erf van nr 55. Nu is daar een steenbedrijfje. Op nr 65
ligt tussen de ru�nes een prachtige moestuin. Achterop het erf
woonden vroeger Javaanse dames van plezier. Het terrein bij het
huis met nr 73 deed vroeger dienst als voetbalerf. Op deze 'Langa
Yari' speelden verenigingen als "Wilde Tijger" en "Budweiser".
De bewoners van nr 78 verkopen warme vis op hun 'Kapoela Yari'.
Met vlijt verzekerden meer bewoners zich van een extraatje. Op
nr 82, in het houten hoekhuis, had de familie Tsai Meu Chong,
vader en moeder en 8 kinderen, een fabriekje waar ze cacao-tabletten
maakten met bayrum-blad. De distributie gebeurde nog per ezelkar.
Ondertussen timmerde haar man doodkisten, 5 in totaal. Eentje
voor hem, een voor zijn vrouw, en voor andere gegadigden. Nog
steeds staat er binnen eentje in voorraad.
Ga
rechtsaf de Rust en Vredestraat in. In de sjieke Franse tijd was
dit de Rue de la Repos et de la Paix. Voor 119C is een bushalte,
een van de weinige die nog over is. De houten Bruynzeel woning
op nr 129 werd rond 1970 verkocht voor ongeveer 7000 SF. In dit
stukje van de straat staan, her en der verspreid, ook een aantal
Lanti Oso, volkswoningen. Deze houten huisjes van 6 x 5 meter
zijn te herkennen aan het nr 126 met een letter erachter. Op de
hoek van de Drambrandersgracht, in de woning met nr 126, woont
de heer Gorre, bestuurslid van de voormalige zelfbouwvereniging
Beterwonen. Het erf is schaduwrijk dankzij de vele bomen: knippa,
franchepane, sterappel, manja en kalebas. Naast het huisje staat
nog altijd de erfkraan. Bij de geelgeverfde leuningen van de Drambranders-grachtbrug
geven de kikkers van Frimangron hun hoog gewaardeerde concerten
in de natte regentijd. Loop de Rust en Vredestraat verder uit,
tegen de rijrichting in, en blaas rustig even uit op het terras
van Osje's Tori Oso.
Wandeling
en Foto-tentoonstelling Frimangron 2000 werden mogelijk gemaakt
door De Initiatiefgroep Paramaribo-Amsterdam: Lucien Lafour, Lafour
en Wijk Architekten, de Stedelijke Woningdienst Amsterdam bureau
PA, en de Amsterdamse woningbouwverenigingen Het Oosten en de
Algemene Woningbouw Vereniging, en de Stichting Sekrepatu i.o.
te Paramaribo.
Tot
slot Deze wandeling geeft een impressie van een bijzondere buurt
met een kleurrijk verleden. Lang niet alle informatie kreeg een
plaats in de route-beschrijving. In de stroom van verhalen die
buurtbewoners smakelijk wisten te vertellen figureerden ook nog
figuren als: 'Lewplew' die broden verkocht voor 1 cent; De straatventer
met de bijnaam 'Krakeling' die klanten lokte met zijn doordringende
roep: kraaaakeling - tingelingeling; 'Boeboe bit Sjorie; 'Batra
Joesoe', de flessen opkoper; 'Doeng Doeng' (kreupel geraakt door
boeien in het gevang); 'Soro-Nico', een misdadiger die later bij
de plattebrug woonde; 'Scaret, the fastest Gun ever' die op een
boeriki wagi (ezelkar) reed en steevast een zwarte hoed droeg;
'KoKoGo', de kreupele; 'Soutoe bawbaw'; de zwerfster 'Miss Koosje';
'Errykerry', de kippendief. Bekende muzikanten en zangers uit
Frimangron zijn Lieve Hugo, Budel, Baas Adriaan, Toppin, Collin,
Rodriques en de politiemusicus Emiel Haafwee. Taalkunstenaars
waren toriman Harold Braam en de dichter 'Goedoe Goedoe Thijm'
.
In
bovenstaande vaak nostalgische verhalen komt de buurt weer tot
leven. Samen vormen ze niet alleen de geschiedenis van een wijk,
maar geven ze ook een beeld van de Surinaamse samenleving uit
vroegere tijden. Voor zover ik weet zijn deze persoonlijke getuigenissen
en mondelinge overgeleverde tories nooit eerder opgeschreven.
Het is zonde als ze voorgoed verloren zouden gaan. Het ene verhaal
brengt vaak het andere mee, zo merkte ik de afgelopen tijd. Daarom
sluit ik deze wandeling af met een oproep. Hebt u nog meer informatie,
verhalen en anekdotes, over Frimangron stuur die dan s.v.p. per
e-mail op naar: [email protected]
of stuur uw brief /casettebandje
naar de SLM afd PR. aan de Coppenamestraat 136 tav Gerda Tjien
Fooh.
Alvast
bedankt.
Gran
tangi aan de bewoners van Frimangron, in het bijzonder : Che Leeflang
en Erwin Tsai Meu Chong, de hoeders van de geschiedenis van Frimangron;
de Paramaribo club van HB.Wijsman; Antoinette Harry en mevrouw
Soe A Ngie Jerry A-Kum, Darwin en Alice, Plu, Willy, Ank en Monica
en aan de vrijwilligers die nauwgezet de verhalen optekenden.
Gerda Tjien Fooh, Anette Bruggeman en Hanny vd Lande
Dank
aan: Hatramij (Kodak), Prolasco (Fuji), Surtrin NV, Mets Residence
Hotel, SLM / Surinam Airways, Tori Oso.
De
Foto's bij deze wandeling zijn gemaakt door de buurtbewoners van
Frimangron: Fabion Siegfried Brondenstein Henry Carbi�re Falls
Joan Ching Yong Farida Hasrat Palmera Holland Roy Karsodikromo
Cynthia de Vries
Informatieverzameling
en tekst: Roy Tjin. Redactie: Els Schellekens �Roy Tjin / Paramaribo,
27 februari 2000. info/reacties : [email protected]